Wijziging Wet arbeid en Zorg: invoering van langdurig zorgverlof
Sinds 1 juni 2005 heeft een werknemer op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZ) naast het recht op calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof tevens recht op langdurig zorgverlof. Het betreft hier onbetaald verlof dat kan worden opgenomen ten behoeve van de verzorging van de echtgeno(o)t(e) / partner, (pleeg)kind of ouder. Om van deze vorm van verlof gebruik te kunnen maken dient er wel sprake te zijn van een levensbedreigende ziekte, waarbij de gezondheidstoestand zo ernstig is dat het leven van de betreffende persoon naar objectieve maatstaven op korte termijn een ernstig gevaar loopt (artikel 1:3 WAZ). Het is niet vereist dat de werknemer persoonlijk de zorg op zich moet hebben genomen wil hij aanspraak kunnen maken van deze verlofmogelijkheid.
Het verlof bedraagt in elke periode van 12 maanden ten hoogte zesmaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Het verzoek daartoe dient tenminste twee (2) weken voor de beoogde ingangsdatum door de betreffende werknemer schriftelijk bij de werkgever te worden ingediend. Uitgangspunt is dat het verlof zoveel mogelijk aansluitend wordt opgenomen en eindigt nadat de duur waarvoor het is toegekend is verstreken, danwel indien de persoon ten behoeve van wie het verlof is verleend komt te overlijden of de ziekte niet langer levensbedreigend is.
Een verzoek om langdurig zorgverlof mag niet zomaar door de werkgever worden afgewezen. Het verzoek mag in beginsel alleen worden geweigerd indien daartegen een zwaarwegend belang bestaat, waardoor het belang van de werknemer in redelijkheid en billijkheid moet wijken.