Aanpassing vakantiewetgeving naar aanleiding van jurisprudentie Europees Hof van Justitie
Op grond van de wet bouwt een werknemer jaarlijks minimaal viermaal de overeengekomen arbeidsuren per week aan vakantie op. Bij een voltijds dienstverband zijn dat minimaal 20 vakantiedagen per jaar. Voor een volledig arbeidsongeschikte werknemer geldt echter een afwijkende regel. Deze werknemer bouwt op grond van de wet alleen vakantie op over de laatste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid.
Naar aanleiding van jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie heeft de ministerraad op 18 juni 2010 ingestemd met een wetsvoorstel om de wetgeving voor vakantie en verlof aan te passen. Langdurig zieke werknemers krijgen voortaan recht op hetzelfde aantal vakantiedagen als niet-zieke werknemers.
Om zogenaamde verlofstuwmeren tegen te gaan regelt het wetsvoorstel daarnaast dat werknemers in de toekomst de wettelijke vakantiedagen binnen anderhalf jaar moeten opnemen. Het te lang uitstellen van vakantie kan de veiligheid en gezondheid in gevaar brengen. Bovenwettelijke vakantiedagen vallen buiten de regeling. De termijn geldt niet voor werknemers die redelijkerwijs niet in staat zijn geweest vakantie op te nemen. Verder kunnen werkgever en werknemer in onderling overleg de termijn van anderhalf jaar verlengen.
Het wetsvoorstel wordt nu voor advies naar de Raad van State doorgestuurd. Wij houden u op de hoogte.