Adam Opel AG versus Autec AG: uitleg van de Merkenrichtlijn
Onderhavig geschil betreft het gebruik van het Opel-logo. Sinds jaren voert Opel het bekende (logo) merk voor al haar producten. Autec heeft een identiek telebestuurd schaalmodel ontwikkeld waarop het Opel-logo is afgebeeld. Opel heeft het Europese Hof een aantal vragen gesteld omtrent het (in haar ogen onrechtmatig) merkgebruik door derden.
Ten aanzien van artikel 5 lid 1 sub RL(89/104/EEG) verduidelijkt het Hof dat het voor de redelijk geïnformeerde, omzichtige en oplettende gemiddelde consument van waren van speelgoedfabrikanten een gewone zaak is dat schaalmodellen werkelijk bestaande voorbeelden nabootsen en dat consumenten zelfs veel belang hecht aan totale origineelgetrouwheid, zodat hij het Opel-logo op de aren van Autec zal opvatten als een aanduiding dat het gaat om een nabootsing op verkleinde schaal van een voertuig van het merk Opel. Daarnaast zal de consument de schaalmodellen met hetzelfde logo niet zien alsof deze een zelfde herkomst als die van Opel zullen hebben of dat beide ondernemingen enige economische verbondenheid met elkaar zullen hebben. Tevens is het aan de verwijzende rechter om uit te maken of uit het oogpunt van de gemiddelde consument, de modellen afbreuk doen aan de functies van het Opel-logo als voor speelgoed ingeschreven merk.
Met betrekking tot artikel 6 lid 1 sub b RL geeft het Hof duidelijk aan dat op dit artikel geen uitzondering hoeft te worden gemaakt. Met het aanbrengen van een teken dat gelijk is aan een voor met name auto’s ingeschreven merk, op schaalmodellen van voertuigen van dat merk als getrouwe nabootsing van deze voertuigen, wordt echter niet beoogd, een aanduiding inzake een kenmerk van deze schaalmodellen te geven; het is slechts een element van de getrouwe nabootsing van de originele voertuigen. Hieruit volgt dat wanneer een merk met name voor auto’s is ingeschreven, het aanbrengen door een derde, zonder toestemming van de merkhouder, van een aan dat merk gelijk teken op schaalmodellen van voertuigen van dat merk om deze voertuigen getrouw na te bootsen, en het in de handel brengen van deze schaalmodellen geen gebruik vormen van een aanduiding inzake een kenmerk van deze schaalmodellen, in de zin van artikel 6, lid 1 sub b van de Richtlijn.