Bestuur altijd als collectief aansprakelijk of (soms) niet?
Op 21 september 2010 het hof te Amsterdam een arrest gewezen over interne bestuurdersaansprakelijkheid. Het ging hierbij om een stichting, maar het arrest is één op één van toepassing op een naamloze of besloten vennootschap.
Wat was er aan de hand? Drie bestuursleden waren betrokken bij het aangaan van een zeer risicovol herfinancieringarrangement waarbij zeer risicovol geld werd belegd. Het rendement viel zwaar tegen en de stichting leed voor miljoenen schade.
Twee van de drie bestuurders wordt door het hof een ernstig verwijt gemaakt en deze twee worden hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die de stichting heeft geleden als gevolg van het tegenvallend rendement.
Hoofdregel is dat het bestuur collectief handelt. Dit geldt met name bij het financiële beleid, dat ongeacht een eventuele taakverdeling binnen het bestuur, gezien wordt als een collectieve aangelegenheid. Indien één van de bestuursleden een ernstig verwijt gemaakt kan worden omtrent een financiële aangelegenheid, dan zijn de overige bestuursleden hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die de vennootschap heeft geleden.
Die hoofdelijke aansprakelijkheid leidt uitzondering, indien een bestuurder zich kan disculperen. Disculpatie is mogelijk indien een bestuurder kan aantonen dat (i) de aangelegenheid niet tot zijn werkkring behoorde, (ii) de tekortkoming niet aan hem te wijten is en (iii) hij kan aantonen niet nalatig geweest te zijn in het treffen van maatregelen ter afwending van de gevolgen van de tekortkoming.
Alle drie bestuurders hadden in strijd met de statutaire voorschriften gehandeld door na te laten het financieringsarrangement door alle bestuursleden te laten ondertekenen terwijl dit wel voorgeschreven was. Toch kon één zich met succes disculperen: het hof meende dat hij door de penningmeester op het verkeerde been was gezet en hij niet op de hoogte was van de risico’s van het financieringsproduct. Ook de interne taakverdeling, pakte in zijn voordeel uit.
Advies bij een meerhoofdig bestuur: baken de onderlinge taken goed af en op het moment dat kenbaar wordt dat een bestuurslid een ernstig verwijt gemaakt zou kunnen worden: blijf niet stilzitten maar tref maatregelen ter afwending van de gevolgen ervan. Wees er op bedacht dat financiële aangelegenheden als een collectieve verantwoordelijkheid wordt gezien.