Columns maken inbreuk op eer en goede naam
Voorzieningenrechter te Dordrecht verbiedt columns op het internet omdat de inhoud van de columns niet door feiten worden ondersteund.
Inleiding en achtergronden
Eiser is eigenaar en uitbater van een horecagelegenheid. Eiser heeft deze horecagelegenheid in oktober 2008 aangekocht.
Eiser dreef vanaf 1998 een coffeeshop in Oud-Beijerland. Deze coffeeshop is op 22 mei 2000 op last van de gemeente gesloten. Nadien heeft eiser in 2000 nog twee keer geprobeerd op vergelijkbare wijze te handelen in softdrugs, de ene keer onder de vlag van een besloten belangenvereniging, de andere keer onder de vlag van een winkel in babyartikelen. Beide zijn op last van de gemeente gesloten. In 2001 is eiser door de politierechter veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur voor handel in softdrugs, dit op grond van een later voorval in 2000.
BINT is een politieke partij in Oud-Beijerland. BINT neemt deel aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oud-Beijerland.
Op de website www.binternet.nl heeft BINT, althans de lijsttrekker van BINT, columns over eiser gepubliceerd. De columns zijn gedateerd 29 april 2009, 7 mei 2009 en 10 juni 2009. In de columns wordt onder meer over eiser geschreven:
“(…) Waar we wel naar moeten kijken zijn de antecedenten en de achtergrond van deze man, die zelf de publiciteit heeft gezocht. In Oud-Beijerland en omgeving staat eiser bekend als coffeeshophouder c.q. drugsdealer die rond de eeuwwisseling zeer actief is geweest in het vergiftigen van de jeugd van de Hoeksche Waard.”.
“(…) Het is dan ook zeer aannemelijk dat eiser zijn vroegere activiteiten weer zal oppakken onder een nieuwe dekmantel en het is vanuit dat perspectief onbegrijpelijk dat deze persoon überhaupt een vergunning heeft gekregen, waar kennis is van zijn verleden en waar wettelijk bewijs bestaat van een eerdere veroordeling wegens drugshandel (…)”.
“(…)kunnen we nu wel concluderen dat er meer sprake is van een hernieuwde ontmaskering van hemzelf als drugsdealer, die het weer eens wil proberen via een andere dekmantel. Opvallend is dat het AD spreekt van “horecazaken” die eiser in het verleden heeft gerund in Strijen en Oud-Beijerland, terwijl hij zich bezig hield met drugshandel. Nu zou het weer een café annex snackbar zijn… De roti die hij gaat verkopen zal ongetwijfeld van een bijzonder recept zijn”.
“(…) Destijds probeerde hij zijn drugshandel te continueren door bedreigingen en intimidaties, niet te spreken van de poging tot chantage van de BINT-wethouder. Nu hij kennelijk door een tijdgat in de wet BIBOB weer tevoorschijn is gekomen, probeert hij via het AD en een advocaat een lastercampagne tegen BINT en in het bijzonder de BINT-wethouder te ontketenen.”
Het geschil
Eiser vordert, bij de voorzieningenrechter te Dordrecht ondermeer BINT te veroordelen tot verwijdering en het verwijderd houden van de publicaties van www.binternet.nl, alsmede BINT te verbieden negatieve uitlatingen over eiser op de website te plaatsen en tot het plaatsen van een rectificatie op de website.
Oordeel voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter te Dordrecht oordeelt als volgt. De kern van het geschil tussen partijen wordt gevormd door een botsing van twee fundamentele rechten: het recht op vrijheid van meningsuiting (neergelegd in artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM) van BINT tegenover het recht van eiser op de bescherming van eer en goede naam (neergelegd in artikel 8 EVRM). Bij een afweging van deze beide rechten dienen alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen. Het oordeel dat een van beide rechten, na weging van alle omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht brengt mee dat de inbreuk op het andere recht gerechtvaardigd is.
De columns kunnen deels worden gekwalificeerd als feitelijk en zakelijk, hetgeen in beginsel is toegelaten, maar ze bevatten voor een deel ook veronderstellingen en verdachtmakingen die niet op feiten berusten. In de kern beweert BINT dat eisers verleden van handel in softdrugs nu nog steeds aan de orde is en dat hij de horecagelegenheid gebruikt of zal gebruiken als dekmantel daarvoor. De inhoud en toonzetting van de columns hebben daardoor de strekking “eens een dief, altijd een dief”, maar dit wordt niet door de feiten ondersteund. BINT heeft immers niet betwist dat in het kader van de wet BIBOB een onderzoek naar eiser is gedaan en dat uit dit onderzoek geen bijzonderheden naar voren zijn gekomen. De door eiser aangevraagde vergunning is ook verleend. Zijn verleden van handelaar in softdrugs is afgesloten in 2000 en geëindigd met een veroordeling in 2001.
BINT heeft er voorts voor gekozen om haar columns op internet te plaatsen. Dit medium heeft een grote impact, nu het eenvoudig en voor veel mensen bereikbaar is. BINT was zich bewust van deze impact. Juist daarom koos zij voor dit medium, aldus heeft zij aangevoerd. Zij had zich moeten realiseren dat zij haar woorden dan des te zorgvuldiger diende te kiezen. BINT uit nu over eiser, niet door feiten ondersteund, de beschuldiging dat hij zich schuldig maakt of zal maken aan een misdrijf. Dit kan niet worden gezien als ‘een politieke discussie’.
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt volgens de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het recht van eiser op bescherming van eer en goede naam in onderhavig geval dient te prevaleren boven het recht van BINT op vrijheid van meningsuiting.