Domeinnaam kan een vermogensrecht zijn in de zin van artikel 3.6 B.W.
Op grond van artikel 3.6 B.W. kan een domeinnaam een vermogensrecht zijn. Dit blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof te Den Bosch tussen Bakker-Buiter en Meij-Schmitz op 17 januari 2007.
Artikel 3.6 B.W. bepaalt dat “rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel” vermogens rechten zijn.
Het Hof is van mening dat “een domeinregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3.6 B.W. kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daaropvolgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van Meij-Schmitz, haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor Bakker-Buiten een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt.”
Het verzoek tot het leggen van een conservatoir beslag tot levering wordt door het Hof toegewezen, het Hof acht het verhaalsbeslag niet toewijsbaar.