Minder of geen recht op ontbindingsvergoeding bij wachtgeldregelingen
Wanneer een werknemer is ontslagen, kan hij aanspraak maken op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet als voldaan is aan de voorwaarden hiervoor. In sommige gevallen kan de werknemer daarnaast recht hebben op een wachtgeldregeling. Dit vloeit veelal voort uit een CAO. Een wachtgeldregeling is in het leven geroepen om de werknemer enige tijd schadeloos te stellen voor inkomensschade die geleden wordt door ontslag. De werkgever moet voorzien in deze regeling.
Indien je als werkgever voorziet in een wachtgeldregeling en de arbeidsovereenkomst met een werknemer wilt beëindigen door ontbinding te vragen bij de kantonrechter, bestaat de kans dat er na ontbinding zowel een ontbindingsvergoeding als wachtgeld moet worden uitbetaald.
Uit de rechtspraak blijkt dat de kantonrechter bij het toekennen van een ontbindingsvergoeding krachtens de kantonrechtersformule (A×B×C) meestal rekening houdt met een tussen werkgever en werknemer overeengekomen wachtgeldregeling. Met andere woorden: indien er sprake is van een wachtgeldregeling dan zal de kantonrechter deze in mindering brengen op de toe te kennen uiteindelijke billijkheidsvergoeding In een uitspraak van de kantonrechter te Deventer van 6 augustus is zelfs bepaald dat indien de wachtgeldregeling een hoger totaalbedrag omvat dan de billijkheidsvergoeding op basis van de kantonrechtersformule, dit tot gevolg kan hebben dat de kantonrechter helemaal geen ontbindingsvergoeding zal toekennen aan de werknemer.
In deze zaak was sprake van een wachtgeldregeling op grond waarvan werkgever gehouden was de werknemer meer dan tien jaar het laatste verdiende salaris door te betalen en een gedeeltelijke voortzetting van zijn pensioenopbouw. Deze kantonrechter achtte de wachtgeldregeling van zo’n omvang dat hij geen billijkheidsvergoeding toewees.
Conclusie / tip voor werkgevers:
Houdt dus rekening met een eventuele toepasselijke wachtgeldregeling. Indien hiervan sprake is kan in de onderhandelingen worden aangevoerd dat een ontbindingsvergoeding op grondvan de Kantonrechtersformule niet aan de orde kan zijn, omdat werknemer reeds via een andere weg financiële compensatie krijgt.