Nakoming (IT-) overeenkomsten in Corona time
Covid-19 is natuurlijk primair een vreselijk naar virus met veel menselijk leed en veel slachtoffers. De corona crisis heeft ook een zeer heftige economische component met grote financiële problemen voor ondernemers en juridische issues.
Evenementen gaan niet door, overeenkomsten worden of kunnen niet nagekomen worden. Spullen uit China worden niet geleverd en wat als jezelf niet kan leveren.
Hoe moet je daarmee omgaan. Het gaat hier om elementair verbintenissenrecht van de bovenste plank.
De juridische thema’s waar je mee moet spelen zijn overmacht (artikel 6:75 BW), onvoorziene omstandigheden (artikel 6:258 BW) en de redelijkheid en billijkheid (artikel 6: 248 BW) die de uitvoering van contracten beheerst.
Voor een geslaagd beroep op overmacht geldt ingevolge artikel 6:75 BW dat de tekortkoming niet te wijten is aan degene die moet presteren, noch bijvoorbeeld contractueel voor diens rekening komt. Het corona virus kan dus overmacht opleveren en dat betekent dat de andere partij geen nakoming en/of schadevergoeding kan eisen. Denk aan een evenement dat geen doorgang kan vinden door het corona-verbod van de overheid, dan kan de hoteleigenaar wel de overeenkomst ontbinden maar geen annuleringsvergoeding opeisen. De organisator van het evenement kan dan overigens wel gehele of gedeeltelijke ontbinding verlangen of wijziging van de overeenkomst als er sprake is van onvoorziene omstandigheden in de zin van art. 6:258 BW.
De redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 BW kunnen dan leiden tot een onderhandelingsplicht in geval van onvoorziene omstandigheden zo blijkt uit jurisprudentie van de Hoge Raad en literatuur. Partijen kunnen bijvoorbeeld een latere oplevering afspreken voor een IT-project als er sprake is van overmacht door het virus, en het risico niet voor rekening van de leverancier komt naar het contract kijkend. Ook een financiële regeling is een optie waarbij partijen bijvoorbeeld samen het leed delen.
Van onvoorziene omstandigheden in de zin van art. 6:258 lid 1 BW is sprake als zich na het sluiten van de overeenkomst omstandigheden voordoen die niet in het contract zijn verdisconteerd. Het feit dat een pandemie in beginsel voorspelbaar is kan het nog wel een onvoorziene omstandigheid maken, waar partijen geen rekening mee hadden gehouden.
Om te beoordelen of je je op overmacht of onvoorziene omstandigheden kan beroepen moet je naar het contract kijken. Veelal wordt het overmachtsbegrip beperkt in algemene voorwaarden en uitgebreid met het risico van stakingen en natuurrampen, een pandemie ben ik daarbij nog niet tegengekomen. Ook kom je algemene voorwaarden tegen waarin onvoorziene omstandigheden als zodanig overmacht opleveren, met als gevolg dat je dan waarschijnlijk geen nakoming of schadevergoeding kan vragen.
We helpen u graag bij het oplossen van problemen dienaangaande.