Ongewenst gedrag leidinggevende. Wat wordt er van de werkgever verwacht?
In een recente uitspraak heeft Hof ’s-Hertogenbosch nader invulling gegeven aan de zorgplicht die een werkgever heeft op grond van de Arbeidsomstandighedenwet.
Wat was het geval?
Een chauffeur is sinds 1989 in dienst bij zijn werkgever. Hij wordt aangestuurd door de planner. Vanaf het moment dat er een nieuwe planner komt, ontstaan er al snel spanningen tussen de chauffeur en deze planner. De chauffeur meldt diverse incidenten tussen hen bij de algemeen directeur en/of directeur HR. Hij doet dit zowel mondeling als vier maal schriftelijk. Op een gegeven moment wordt het hem teveel, meldt zich ziek met spanningsklachten en gaat in behandeling bij een psycholoog.
De chauffeur blijft ziek. Na ruim 2 jaar ontvangt hij een WGA uitkering, waarna de werkgever een ontslagvergunning aanvraagt en de arbeidsovereenkomst opzegt. De chauffeur stelt vervolgens zijn werkgever aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van een arbeidsongeval. Zijn werkgever zou niet deugdelijk gereageerd hebben op de klachten van de chauffeur over het systematisch ongewenste gedrag van de planner, waardoor hij zich uiteindelijk met psychische klachten ziek heeft moeten melden.
Arbeidsomstandighedenwet
De werkgever heeft op grond van de Arbeidsomstandighedenwet een zorgplicht. De werkgever moet een beleid voeren dat gericht is op voorkoming van psychosociale arbeidsbelasting. Onder psychosociale arbeidsbelasting wordt verstaan direct of indirect onderscheid met inbegrip van seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk, in de arbeidssituatie waardoor stress ontstaat. De term “stress” wordt omschreven als “een toestand die als negatief ervaren lichamelijke, psychische of sociale gevolgen heeft”.
Enkel gesprekken voeren is onvoldoende
De vraag is of de werkgever voldoende heeft gedaan met de klachten van de chauffeur over de planner. Om te kunnen bepalen of en welke maatregelen de werkgever dient te treffen in het kader van zijn zorgplicht, zal de werkgever eerst vast moeten stellen wat er feitelijk gebeurd is. Het Hof ’s-Hertogenbosch is van oordeel dat de werkgever onvoldoende onderzoek gedaan heeft naar aanleiding van de klachten om dit vast te kunnen stellen. Er zijn gesprekken gevoerd tussen de chauffeur en de planner gezamenlijk en met ieder van hen afzonderlijk, maar dat was niet voldoende. De werkgever had bijvoorbeeld bij andere chauffeurs en planners moeten vragen hoe de werkwijze van de betreffende planner werd ervaren. Er werd dus een uitgebreider onderzoek verwacht van de werkgever en hij heeft daarmee niet aan zijn zorgplicht voldaan.
Schadevergoeding
Naast de schending van de zorgplicht, is voor het recht op schadevergoeding tevens vereist dat vastgesteld wordt dat de psychische schade het gevolg is van het systematisch ongewenste gedrag van de planner. Uit nader onderzoek van een psychiater is gebleken dat dit het geval is. De psychiater heeft vastgesteld dat de relatie van de chauffeur met de planner voor de chauffeur destructief is geweest en dat de traumatiserende situatie te lang is gehandhaafd, waardoor de werksituatie een ontwrichtende en vervolgens onderhoudende factor hiervan is geweest. In een nadere procedure zal nu vastgesteld worden hoe groot de schade precies is.
Aandachtspunt voor werkgevers
Veel werkgevers zullen in een dergelijke situatie enkel gesprekken voeren met de betrokken werknemers en denken daarmee aan hun zorgplicht voldaan te hebben. Dat is dus niet altijd voldoende. Bekeken moet worden of in dat specifieke geval nader onderzoek nodig is om vast te stellen wat er precies gebeurd is om zo te voldoen aan de zorgplicht.