Ook exploitant van fysieke marktplaats moet merkinbreuk voorkomen
De exploitant van een fysieke marktplaats is een tussenpersoon en moet daarom merkinbreuken bestrijden en proberen te voorkomen, zo blijkt uit een recente uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU).
Beheerder elektronische marktplaats eigen verantwoordelijkheid
Eerder deed het HvJEU in L’Oréal SA en anderen tegen eBay International AG en anderen al een uitspraak over de rol van beheerders van een elektronische marktplaats in het licht van Richtlijn 2004/48 betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (de Richtlijn). Artikel 11 van de Richtlijn bepaalt:
“De lidstaten dragen er zorg voor dat, wanneer bij rechterlijke uitspraak inbreuk op een intellectuele- eigendomsrecht is vastgesteld, de bevoegde rechterlijke instanties een bevel tot staking van de inbreuk tegen de inbreukmaker kunnen uitvaardigen. Indien het nationale recht erin voorziet, wordt bij niet-naleving van een bevel, indien passend, een dwangsom tot naleving van het verbod opgelegd. De lidstaten dragen er tevens zorg voor dat de rechthebbenden om een rechterlijk bevel kunnen verzoeken tegen tussenpersonen wier diensten door derden worden gebruikt om inbreuk op een intellectuele-eigendomsrecht te maken (…)”
Het HvJEU bepaalde dat lidstaten er op grond van artikel 11 van de Richtlijn voor moeten zorgen dat de nationale gerechtelijke instanties beheerders van een elektronische marktplaats kunnen gelasten om maatregelen te treffen tegen gebruikers van die marktplaats tot het doen eindigen van gepleegde inbreuken op intellectuele eigendomsrechten, en tot het voorkomen van nieuwe inbreuken.
Ook beheerders fysieke marktplaats eigen verantwoordelijkheid
Voor verhuurders van fysieke marktplaatsen geldt hetzelfde. De omstandigheid dat er marktkramen ter beschikking worden gesteld op een elektronische dan wel een fysieke marktplaats is niet van belang, aldus het HvJEU in Tommy Hilfiger Licensing LLC en anderen tegen Delta Center a.s.
Wie kent ze niet: markten waar talloze nepartikelen worden verkocht. Zo lagen ook de marktkramen van Delta Center vol met inbreukmakend koopwaar. Delta Center is onderverhuurder van deze marktkramen in Praag. Merkhouders hebben aldaar inbreukmakende producten opgemerkt, en zijn van mening dat ook beheerders van fysieke marktplaatsen zouden moeten gelden als tussenpersoon in de zin van artikel 11 van de Richtlijn. De Nejvyšší soud (hoogste rechter in burgerlijke en strafzaken), bij wie uiteindelijk cassatieberoep is ingesteld, legt dat vervolgens voor aan het HvJEU.
HvJEU
In zijn arrest stelt het HvJEU dat het begrip tussenpersoon in de zin van artikel 11 van de Richtlijn mede ziet op de huurder van een marktplaats die marktkramen onderverhuurt aan marktkoopmannen van wie sommigen hun standplaats gebruiken om nagemaakte merkproducten te verkopen. Hierdoor kan ook de exploitant van een fysieke marktplaats worden verplicht de door de markkoopmannen gemaakte merkinbreuken te doen staken en maatregelen te nemen om nieuwe inbreuken te voorkomen. Daarbij gelden volgens het HvJEU dezelfde voorwaarden als bepaald in L’Oréal SA tegen eBay International.
Conclusie
Bij online inbreukmakers lijkt het zinvol om de beheerder van een elektronische marktplaats, zoals eBay of Marktplaats, aan te spreken omdat de inbreukmaker lastig te traceren kan zijn. Hoewel merkhouders in geval van een fysieke marktplaats goed in staat zouden moeten zijn om merkinbreukmakers te vinden, kunnen volgens het HvJEU toch ook exploitanten van een fysieke marktplaats door nationale gerechtelijke instanties gelast worden om maatregelen te treffen teneinde inbreuk op intellectueel eigendom te bestrijden of te voorkomen.
Heeft u vragen over dit artikel, merkenrecht, of heeft u een andere vraag over intellectueel eigendom? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met mr. J.G. Udo.