Rubriek “bord op schoot” niet onrechtmatig
Albert Heijn geeft een maandelijks tijdschrift uit onder de naam “AllerHande” met daarin onder meer recepten. AllerHande wordt geproduceerd door medewerkers van de marketingafdeling en wordt gratis in alle Albert Heijn-winkels aan de consument ter beschikking gesteld. In de uitgave van AllerHande van juni 2006 is een rubriek opgenomen met de titel “bord op schoot” waarin in verband met het wereldkampioenschap voetbal recepten staan vermeld voor gerechten die bedoeld zijn om op de bank voor de televisie tijdens het voetbal kijken, met het bord op schoot, op te eten.
Eredivisie Media & Marketing C.V. (hierna: Eredivisie) houdt zich bezig met het vermarkten en exploiteren van rechten rondom de Eredivisie voetbal. Omstreeks april 2008 hebben tussen Albert Heijn en Eredivisie onderhandelingen plaatsgevonden over het Eredivisie sponsorschap door Albert Heijn.
Eiser heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat Albert Heijn onrechtmatig heeft gehandeld door in de AllerHande van januari 2009 en op de website van Albert Heijn een rubriek op te nemen onder de naam “bord op schoot”, met daarin de recepten van voetballers met een bijbehorende toelichting en het gebruik van een afbeelding. Daarmee heeft Albert Heijn, aldus eiser, gebruik gemaakt van onderdelen uit het concept dat door eiser is bedacht en dat hij aan Albert Heijn heeft gepresenteerd.
Eiser stelt dat de onrechtmatigheid van het handelen van Albert Heijn is gelegen in de omstandigheid dat hij niet is betrokken in de exploitatie van het door hem bedachte concept, terwijl hij in vertrouwen dat concept aan Albert Heijn heeft gepresenteerd, welke presentatie is afgesloten met de mededeling dat in augustus met hem contact zou worden opgenomen, waarna hij vervolgens in augustus te horen heeft gekregen dat Albert Heijn geen samenwerking wilde.
Voorts betoogt eiser dat indien juist is dat Albert Heijn reeds in onderhandeling was met Eredivisie, Albert Heijn eiser erop had dienen te wijzen dat zij met een dergelijk onderdeel uit het concept reeds bekend was. Derhalve had Albert Heijn hem moeten meedelen dat zij van verdere samenwerking met eiser afziet. Door dit na te laten en ook overigens heeft Albert Heijn verwachtingen gewekt ter zake van mogelijke samenwerking, aldus nog steeds eiser.
Blijkens de overgelegde stukken van eiser ziet zijn presentatie op sales promotie producten, te weten kookboeken, laptrays en borden. Eiser beroept zich ter onderbouwing van zijn vordering echter op de stelling dat tijdens de presentatie op 8 juli 2008 door eiser met Albert Heijn is gesproken over de mogelijkheid om het idee in AllerHande toe te passen omdat Albert Heijn liet weten dat een kookboekenserie redactioneel teveel werk met zich bracht. Albert Heijn betwist dat Albert Heijn tijdens de presentatie van eiser de suggestie heeft gedaan om de recepten in AllerHande op te nemen, zodat dit niet is komen vast te staan.
Albert Heijn voert voorts ten verwere aan dat zij op geen enkele wijze heeft aangegeven of de indruk heeft gewekt dat Albert Heijn met eiser zou gaan samenwerken. Albert Heijn stelt dat zij op geen enkele wijze heeft geprofiteerd van de presentatie van eiser en heeft ter onderbouwing van haar stelling onder meer producties overgelegd.
Volgens de voorzieningenrechter te Haarlem staat echter onbetwist vast dat Albert Heijn al voorafgaand aan de presentatie van eiser in gesprek was met Eredivisie en Albert Heijn bovendien de rubriek “bord op schoot” al eerder had gepresenteerd in AllerHande. Het voorgaande in aanmerking genomen en gezien het feit dat Albert Heijn al in mei 2008 over het gehele concept beschikte dat zij uiteindelijk voor publicatie in AllerHande van januari 2009 heeft gebruikt, valt volgens de voorzieningenrechter niet in te zien dat de uitvoering van die publicaties tegenover eiser onrechtmatig is. Voorts valt niet in te zien dat Albert Heijn gehouden is om eiser op de hoogte te houden van andere presentaties die aan haar zijn gegeven. De stelling van eiser dat Abert Heijn op de hoogte had moeten zijn van de presentatie van Eredivisie zal dan ook worden gepasseerd. Ook valt overigens volgens de voorzieningenrechter niet in te zien waarom de door eiser genoemde gedragingen en handelwijze van Albert Heijn onrechtmatig is, zodat de gevraagde voorziening zal worden geweigerd.