Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20
De Speerpuntenbrief Auteursrecht 20©20 van staatssecretaris Teeven is op 11 april 2011 openbaar geworden. Deze brief is vooral van belang omdat het standpunt van de regering over kopiëren uit illegale bron, het handhavingsbeleid, de (afschaffing van de) Thuiskopieheffing en het auteurscontractenrecht hierin zijn opgenomen.
Staatssecretaris Teeven is voornemens om vier speerpunten met betrekking tot het auteursrecht uit te voeren:
- Het vergroten van het vertrouwen in het auteursrecht en de auteursrechtorganisaties
- Het versterken van de contractuele positie van auteurs en artiesten ten opzichte van exploitanten door middel van een wetsvoorstel auteurscontractenrecht.
- Het bevorderen en beschermen van nieuwe bedrijfsmodellen op internet door een wetsvoorstel voor de handhaving op internet waarmee kan worden opgetreden tegen inbreuk faciliterende websites en een herbezinning op de thuiskopie-exceptie.
- Steun aan de EU-plannen voor verweesde werken, grensoverschrijdende auteursrechtlicenties op internet en inzetten op een fair use-exceptie in de richtlijn auteursrecht
Het voornaamste punt is in mijn ogen het derde punt, mede nu dit punt naar alle waarschijnlijkheid ook als eerste geïmplementeerd zal worden.
Het auteursrecht mag volgens de staatssecretaris geen belemmering zijn voor de opkomst van innovatieve bedrijfsmodellen, maar moet die juist faciliteren. Om de economische waarde van het auteursrecht ook in de digitale omgeving te behouden, is daarom een civielrechtelijk handhavingskader nodig waarmee websites en diensten kunnen worden bestreden die de onrechtmatige uitwisseling van auteursrechtelijk beschermd materiaal faciliteren. Dit zal een afgewogen handhavingskader moeten zijn waarin een rechtvaardige balans wordt gevonden tussen de bescherming van rechthebbenden en het belang van een open internet. Er mag geen sprake zijn van het criminaliseren van internetgebruikers of het afsluiten van internet. Er komt geen zogenaamde ‘three-strikes-wetgeving’ zoals die in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is ingevoerd.
Om ervoor te zorgen dat rechthebbenden effectief kunnen optreden tegen websites en diensten die auteursrechtinbreuken faciliteren, zijn volgens de staatssecretaris twee wettelijke maatregelen nodig.
De eerste wettelijke maatregel is het recht van de rechthebbende om downloaden uit evident illegale bron te verbieden. Dit is een civielrechtelijke maatregel. Inbreuk faciliterende websites kunnen zich dan niet meer verschuilen achter het argument dat zij alleen het downloaden en niet het uploaden faciliteren. Naar de huidige stand van het recht is het als tussenpersoon verschaffen van diensten die door derden worden gebruikt voor downloaden uit illegale bron niet onrechtmatig of verboden, omdat het downloaden uit illegale bron onder de thuiskopie-exceptie valt. Nederland zal dus met een wettelijke regeling moeten aannemen die het downloaden uit evident illegale bron als onrechtmatig aanmerkt.
Wat betreft het verdwijnen van deze privé-kopie exceptie van artikel 16c AW merkt de staatsecretaris het volgende op:
Niet handhaven bij consumenten die op beperkte schaal bestanden up en downloaden, omdat het niet effectief is en rechtsongelijkheid creëert nu niet iedereen kan worden aangesproken. Als rechthebbenden hun rechten willen beschermen, dan kan dat door gebruik te maken van technische voorzieningen die werken beschermen of waarborgen dat deze alleen tegen betaling beschikbaar zijn (legaal aanbod). Er komen wettelijke waarborgen die ervoor zorgen dat rechthebbenden geen afgifte van persoonsgegevens kunnen afdwingen van consumenten die op beperkte schaal up- en downloaden. Afgifte mag alleen aan de orde zijn als de rechter heeft vastgesteld dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan grootschalige auteursrechtinbreuken en als het niet mogelijk is gebleken om de websitebeheerder of de hosting provider effectief aan te spreken.
Hoewel ik de noodzaak hiervan begrijp levert dit volgens mij de nodige rechtsonzekerheid bij de consument op. Het is namelijk pas mogelijk de consument aan te spreken wanneer het niet mogelijk is om de websitebeheerder of de hosting provider effectief aan te spreken. Hier is de consument dus afhankelijk van de medewerking van een websitebeheerder of zijn hostingprovider, iets waar de consument zelf geen invloed op heeft. Daarnaast is het onduidelijk wat er wordt bedoeld met op beperkte schaal bestanden up- en downloaden.
Wat is op beperkte schaal?
De tweede wettelijke maatregel bestaat uit het bieden van mogelijkheden aan rechthebbenden om op te treden tegen inbreuk faciliterende websites en diensten die zich in het buitenland bevinden en gebruik maken van een buitenlandse hosting provider.
Een website als www.piratebay.org, een belangrijke bron van illegaal materiaal, kan ondanks een veroordelend vonnis van een Nederlandse rechter niet van het web worden gehaald, omdat zowel de websitebeheerder als de hosting provider zich buiten Nederland bevinden. Voor de situatie waarin de inbreuk vanuit het buitenland wordt gefaciliteerd, moeten rechthebbenden de mogelijkheid krijgen om bij de rechter te vorderen dat een specifieke website of dienst waarvan is bewezen dat deze inbreuken faciliteert in een concreet geval door de access provider wordt geblokkeerd, zodat de toegang voor Nederlandse internetgebruikers wordt bemoeilijkt. Een dergelijke blokkade door accessproviders is alleen aan de orde na tussenkomst van de rechter en uitsluitend als het niet mogelijk is gebleken om de websitebeheerder of de hosting provider aan te spreken.
Dit is niets anders dan een filterplicht voor accesproviders. De Europese parlementscommissie voor Burgerlijke Vrijheden heeft in februari 2011 nog voorstel voor een internetfilter verworpen. Een van de grootste bezwaren die de parlementsleden hierbij aandroegen, was dat het blokkeren van sites niet effectief bijdraagt tot de bestrijding van criminaliteit. Met een filter wordt het probleem namelijk verborgen en niet bestreden. Ook de Nederlandse overheid heeft zich in het verleden negatief uitgelaten over internetfilters, een standpunt waar ze nu dus mee lijkt te breken.
Het is nog maar zeer de vraag of de speerpunten in de brief tot wetgeving zullen worden verheven. Een aantal zaken verdienen in ieder geval nog een kritische beschouwing.