Strengere voorwaarden tewerkstelling buitenlandse werknemers

 in Arbeidsrecht

Het wetsvoorstel om de voorwaarden aan te scherpen waaronder een tewerkstellingsvergunning wordt verleend voor werknemers van buiten de EU, is op 12 november jl. aangenomen door de Eerste Kamer en wordt daarmee per 1 januari 2014 wet. 

Het zal voor werkgevers lastiger worden om werknemers van buiten de EU te werk te kunnen stellen. De Wet Arbeid Vreemdelingen (“WAV”) bevat vanaf 1 januari 2014 strengere voorwaarden voor het afgeven van een tewerkstellingsvergunning. Minister Asscher stelt strengere eisen aan de toelating tot de Nederlandse arbeidsmarkt, omdat hij het onwenselijk vindt dat werknemers van buiten de EU worden aangenomen terwijl er in Nederland voldoende werkzoekenden zijn. Hierna wordt ingegaan op de wijzigingen van de WAV, zonder daarbij uitputtend te zijn.

Wijzigingen

Tewerkstellingsvergunningen worden voortaan nog maar voor een jaar toegekend, in plaats van maximaal drie jaar. Bij verlenging van de werkzaamheden moet steeds een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Dit betekent dat de werkgever steeds eerst weer dient te werven binnen de EU, voordat de vergunning wordt “verlengd”. Pas als de werknemer van buiten de EU vijf jaar in Nederland heeft gewerkt, mag hij zonder vergunning werken. Nu is dat na drie jaar het geval.

De aangescherpte wet verplicht werkgevers daarnaast marktconform loon te betalen aan de buitenlandse werknemers en minimaal het voltijds minimumloon. Dit laatste geldt ook wanneer de werknemers slechts in deeltijd werkt. Een werkgever die in het verleden is veroordeeld voor een arbeidsgerelateerd delict, zoals bijvoorbeeld de overtreding van de Arbowet, komt in beginsel niet in aanmerking voor een tewerkstellingsvergunning.

Als blijkt dat werkgevers in een sector te weinig naar Nederlandse werknemers of werknemers van binnen de EU zoeken dan kan de minister van SZW voor die sector een vergunningstop opleggen. Het UWV, de instantie die de vergunningen afgeeft, toetst of een werkgever heeft voldaan aan de voorwaarde om de openstaande vacature eerst door een werknemer van binnen de EU te laten vervullen. Nu nog kunnen onvoldoende wervingsinspanningen mogelijk leiden tot de weigering van de vergunning. Met de wetswijziging wordt echter deze facultatieve weigeringsgrond echter van dwingende aard.

Uitzondering Turkse werknemers

Voor Turkse werknemers mogen overigens op grond van de standstill-bepalingen van het associatierecht EEG/Turkije geen nieuwe beperkingen worden ingevoerd met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt. Daarom zijn alle komende wetswijzigingen van de WAV niet op hen van toepassing.

Kennismigranten

Het restrictieve toelatingsbeleid geldt echter niet voor personen die naar verwachting een bijdrage leveren aan de Nederlandse (kennis)economie. Nederland spant zich juist in om hoogopgeleid personeel aan te trekken. Om hoogopgeleide werknemers naar Nederland te halen is in 2005 de zogenoemde kennismigrantenregeling ingevoerd. Voor kennismigranten is geen tewerkstellingsvergunning nodig. Kennismigranten zijn in zekere zin direct na binnenkomst in Nederland al vrij op de arbeidsmarkt. Zij kunnen een verblijfsvergunning voor maximaal vijf jaar verkrijgen wanneer zij een arbeidscontract voor vijf jaar of voor onbepaalde tijd hebben. Zij kunnen vervolgens eenvoudig van werkgever wisselen, mits opnieuw wordt voldaan aan het voor kennismigranten geldende salariscriterium (op dit moment
€ 52.010, – per jaar voor personen van 30 jaar en ouder). De huidige jaarlijkse salarisnorm wordt vervangen door een maandelijks normbedrag. Bij parttime werk moet eveneens minimaal het maandelijkse normbedrag worden betaald. Hiermee moet worden voorkomen dat het salariscriterium wordt ontdoken door een arbeidscontract voor een beperkt aantal uren op te stellen, terwijl in werkelijkheid meer uren wordt gewerkt.

Onderzoekers, docenten en werknemers van internationale concerns

Tot slot is ook het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. De wijzigingen zijn met name gericht op het wegnemen van onnodige administratieve lasten bij werkgevers. Zo vervalt de eis van een tewerkstellingsvergunning voor alle onderzoekers en docenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) als zij hier korter dan drie jaar komen werken. Ook zullen internationale concerns die werknemers uit dochter- of zusterondernemingen uit andere landen korte trainingen of opleidingen in Nederland aanbieden, niet langer een tewerkstellingsvergunning voor hen hoeven aan te vragen. Bij de vraag of categorieën van werknemers kunnen worden vrijgesteld van de tewerkstellingsplicht, zal telkens moeten worden afgewogen in hoeverre de wensen van het bedrijfsleven conflicteren met het risico op verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Recente berichten
  • 21 november 2022

    Risicomanagement: voorkom uitval door burn-out

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    Werkend Nederland heeft steeds meer te kampen met burn-out klachten. Dit kan leiden tot (langdurig) ziekteverzuim. Een hoofdpijndossier en kostenpost voor de werkgever. En daarnaast een peperdure levensles voor de werknemer. Uitval door burn-out klachten voorkomen is dan ook beter dan genezen. Maar hoe?
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Disfunctioneren: doorgeschoten empowermentbeleid

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    De voorwaarden voor ontslag bij disfunctioneren zijn in de wet duidelijk omschreven. Deze voorwaarden gelden ook als een werkgever een beleid voert dat niet gericht is op dossieropbouw met waarschuwingen en berispingen, maar op aanmoediging.
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Monitoring e-mail werknemers: de voorwaarden

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    Onrechtmatig verkregen bewijs door werkgevers brengt belangrijke risico's met zich mee. Dit blijkt ook uit een recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden. Wat zijn de voorwaarden voor vrije toegang tot de e-mailbox van een werknemer?
    Lees verder

Plaats een reactie

Top