Voorstel tot wijziging van de Auteurswet
Tot 1 oktober 2010 is (een voorontwerp van) het wetsvoorstel voor het wijzigen van de Auteurswet door het Ministerie van Justitie ter beschikking gesteld voor consultatie. Het voorontwerp bevat een algemene regeling voor het zeer diverse rechtsgebied van het auteursrecht. Hierbij gaat het voorstel voorbij aan het verschil in het verdienmodel in de verschillende sectoren. De situatie van een beginnend muzikant verschilt bijvoorbeeld wezenlijk van die van een websiteontwikkelaar en ook hun producten zijn niet te vergelijken. Hier zal worden ingegaan op enkele gevolgen van het wetsvoorstel voor de IT branche.
Voorontwerp van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel is er onder andere op gericht de contractuele positie van de natuurlijk persoon als maker van een auteursrechtelijk beschermd werk te versterken. Een van de instrumenten hiervoor is dat een maker – natuurlijk persoon -, zelfs als deze gehandeld heeft in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf (denk bijvoorbeeld aan freelancers / zzp’ers), de auteursrechten op zijn werk niet kan overdragen. Voor een rechtspersoon of voor werken gemaakt in opdracht van een werkgever blijft de overdracht van auteursrechten wel mogelijk. Voor computerprogrammatuur wordt ook een uitzondering gemaakt en auteursrechten hierop kunnen worden overgedragen. Bij auteursrechtelijk beschermde werken in de IT branche kan echter aan meer worden gedacht dan computerprogrammatuur zoals aan adviezen, rapporten en de vormgeving van websites. Een zzp’er kan zijn rechten op laatstgenoemde voorbeelden niet langer overdragen als het voorstel tot wet verheven wordt.
In een overeenkomst uitwijken naar een ander rechtstelsel dan het Nederlandse om zo toch auteursrechten over te dragen is geen oplossing. Als de licentieovereenkomst geheel of in overwegende mate in Nederland ten uitvoer wordt gebracht zijn de voorschriften in de Auteurswet van kracht. Vanuit een ander land de werkzaamheden verrichten lost ook niets op.
Als zzp’er activiteiten onderbrengen in een eigen B.V. lost het probleem slechts voor een deel op. Auteursrechten zijn in het voorstel niet vatbaar voor overdracht dus alle rechten op reeds geproduceerde werken blijven bij de zzp’er. Vanuit de B.V. kunnen dus niet de rechten op werken geproduceerd in het verleden worden overgedragen.
‘Ik ben de maker van een werk maar heb niet het recht om mijn eigen werk te verkopen.‘ Deze bizarre stelling is grofweg de uitkomst van het voorontwerp van de nieuwe Auteurswet. Omdat overdracht van auteursrechten wordt uitgesloten, is de zelfstandige aangewezen op licentieverlening. Wat licentieverlening betreft verandert er ook het een en ander als het voorstel wet zal worden:
Zodra exclusieve licenties worden verleent door een natuurlijk persoon gelden strikte voorschriften. Zo mag een exclusieve licentie niet voor een periode langer dan vijf jaar worden verstrekt en mag de licentiegever tegen het einde van elk vijfde jaar de licentieovereenkomst opzeggen. De rechter heeft bovendien de mogelijkheid om een licentieovereenkomst te wijzigen ten gunste van de maker als de vergoeding een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie. Daarnaast kan de licentiegever de overeenkomst ontbinden als de licentienemer niet binnen een redelijke termijn overgaat tot exploitatie van het werk.
Voorbeeld
Deze voorschriften komen de licentiegever alleen maar ten goede zou men in eerste instantie kunnen denken. Helaas kennen wij het principe van marktwerking, een voorbeeld:
Een opdrachtgever benadert een zzp’er voor de ontwikkeling van een website. Deze zzp’er kan de auteursrechten op deze website niet aan de opdrachtgever overdragen en zal dus een licentie verstrekken. Hier is de opdrachtgever niet blij mee, de eigendom van zijn website ligt dan immers bij een persoon buiten zijn bedrijf.
Vervolgens zal de opdrachtgever een licentie onder ogen krijgen die om de vijf jaar opnieuw moet worden verstrekt. Bij het opnieuw verstrekken van de licentie loop hij bovendien het risico te worden geconfronteerd met verhoogde licentiebedragen. Als de opdrachtgever, omdat de zaken even minder gaan, het online zetten van de website uitstelt kan de licentieovereenkomst worden ontbonden. Als de zaken beter gaan dan verwacht loopt de opdrachtgever het risico dat de rechter hem verplicht meer te betalen voor de licentie.
Wat doet de opdrachtgever, hij besteedt de ontwikkeling van de website uit aan een ander bedrijf dat wel rechtspersoonlijkheid bezit zodat hij de auteursrechten wel kan overnemen en alle risico’s vermijdt. De zzp’er staat met lege handen omdat ook dit andere bedrijf hem, vanwege bovenstaande, niet zal inhuren.
De consultatieronde heeft vanuit de IT branche al tot veel kritiek op het wetsvoorstel geleid. Voor personen werkzaam in de IT branche is het te hopen dat deze kritiek ook gehoord wordt en het voorstel grondig wordt aangepast. Gebeurt dit niet dan zal de zelfstandige in de IT branche dit vanzelf merken. Klanten zullen weglopen naar bedrijven met rechtspersoonlijkheid omdat deze wel auteursrechten mogen overdragen. Wordt er toch een opdracht binnengehaald dan zal deze aanzienlijk minder opleveren. Een licentienemer bedenkt zich immers wel drie keer voordat hij betaalt voor een licentie waarbij veel macht in handen van de licentiegever blijft. De betere bescherming leidt zo, voor de zzp’er in de IT, tot minder verdiensten.
Lees het voorontwerp wetsvoorstel en toelichting hier.