Wetsvoorstel aangenomen: geen kortingsmaand meer bij pro forma ontbinding

 in Arbeidsrecht

Op de valreep voor het einde van het jaar heeft de Eerste Kamer het Wetsvoorstel vereenvoudiging regelingen UWV aangenomen. Dit wetsvoorstel ziet op verschillende (technische) aanpassingen in de Werkloosheidswet. De belangrijkste aanpassing voor de arbeidsrechtpraktijk is de afschaffing van de zogenaamde kortingsmaand bij een pro forma ontbindingsprocedure.

Partijen hebben nu nog de mogelijkheid om de fictieve opzegtermijn via een (pro forma) ontbindingsprocedure met één maand te bekorten. De fictieve opzegtermijn is de wachttijd die het UWV hanteert bij het bepalen van de ingangsdatum van een WW-uitkering. Deze wachttijd komt bij een pro forma ontbinding vaak neer op de opzegtermijn verminderd met één maand korting. Bij de ontslagroute via het UWV geldt deze forfaitaire aftrek van één maand ook, bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden (via een vaststellingsovereenkomst) echter niet. Door de korting van één maand kan de arbeidsovereenkomst één maand eerder worden beëindigd en kan de werknemer in principe aansluitend aanspraak maken op een WW-uitkering. Voor een werkgever is het vaak goedkoper de griffiekosten voor een ontbindingsprocedure te betalen, dan een maand extra salaris. Dit voordeel is nu van de baan. Dit heeft direct effect op de geregelde beëindigingen. De einddatum van de arbeidsovereenkomst kan hierdoor niet meer met één maand worden vervroegd.

Omdat de forfaitaire aftrek niet geldt bij een beëindiging met wederzijds goedvinden, wordt nog vaak vanwege het financiële voordeel voor de route via de kantonrechter gekozen. Het doel van de wetswijziging is om het aantal pro forma ontbindingsprocedures sterk terug te dringen. Het betreft dus een bezuinigingsmaatregel. Vanwege het feit dat hierdoor het recht op WW-uitkering een maand later ingaat, in combinatie met het feit dat veel mensen vanuit de WW weer gaan werken voordat de uitkeringsduur volledig is verstreken, wordt tevens bespaard op de uitkeringslasten en de uitvoeringskosten.

Op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip treedt de wet in werking, maar beoogd is 1 januari 2013. Het wetsvoorstel bevat een overgangsregeling. Op grond hiervan geldt de kortingsmaand nog wel in het geval de werkgever het ontbindingsverzoek vóór inwerkingtreding van dit wetsvoorstel heeft ingediend.
 Indien de wetswijziging, zoals beoogd, al op 1 januari 2013 van kracht wordt, dient het pro forma verzoekschrift dus nog voor 31 december 2012 te worden ingediend om het voordeel van de kortingsmaand te verkrijgen. Kortom, de kantonrechters krijgen het nog druk deze maand!

Recente berichten
  • 4 april 2023

    INPLP Activity Report 2022

    Bob Cordemeyer
    Hereunder you can read the Activity Report 2022 from our network INPLP (International Network of Privacy Law Professionals) of which our firm is a founding member since 2015.
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Risicomanagement: voorkom uitval door burn-out

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    Werkend Nederland heeft steeds meer te kampen met burn-out klachten. Dit kan leiden tot (langdurig) ziekteverzuim. Een hoofdpijndossier en kostenpost voor de werkgever. En daarnaast een peperdure levensles voor de werknemer. Uitval door burn-out klachten voorkomen is dan ook beter dan genezen. Maar hoe?
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Disfunctioneren: doorgeschoten empowermentbeleid

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    De voorwaarden voor ontslag bij disfunctioneren zijn in de wet duidelijk omschreven. Deze voorwaarden gelden ook als een werkgever een beleid voert dat niet gericht is op dossieropbouw met waarschuwingen en berispingen, maar op aanmoediging.
    Lees verder

Plaats een reactie

Top