De arbeidsrechtelijke gevolgen van Prinsjesdag 2014
Tijdens Prinsjesdag 2014 is onder meer de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Pakket Belastingplan 2014 van het ministerie van Financiën gepresenteerd. Deze begrotingen hebben direct invloed op het toekomstige arbeidsmarktbeleid.
In de begrotingen zijn diverse maatregelen voorgesteld, die beogen bij te dragen aan een toekomstbestendige arbeidsmarkt, betaalbare sociale zekerheid en het meer lonend maken van werken om te stimuleren dat mensen aan het werk gaan. Hieronder volgt een overzicht, voor zover relevant voor de arbeidsrechtpraktijk.
Maatregelen Ministerie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- De door het kabinet en de werkgevers en werknemers op 11 april 2013 in het kader van het Sociaal Akkoord gemaakte afspraken (versterking van de positie van flexwerkers, aanpassing van de WW en het ontslagrecht, en de invoering van de participatiewet) worden nader uitgewerkt en geïmplementeerd;
- In 2014 bereiden het Rijk, de gemeenten, sociale partners en andere organisaties de beoogde invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 voor. Uitgangspunt is dat iedereen de kans krijgt volwaardig mee te doen in de samenleving, bij voorkeur via een reguliere baan;
- In 2014 komen de eerste 5.000 banen beschikbaar voor mensen met een arbeidsbeperking. Deze banen maken deel uit van de afspraken uit het sociaal akkoord om 125.000 banen voor mensen met een arbeidsbeperking beschikbaar te maken. Als er niet voldoende banen worden gerealiseerd voert het kabinet alsnog een extra wettelijke regeling in;
- Het kabinet heeft 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers die bijdragen aan behoud van werk. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan de arbeidsmarktpositie van ouderen en jongeren;
- Uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) wordt € 30 miljoen extra geïnvesteerd in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit komt bovenop de 50 miljoen die voor dit doel al eerder was uitgetrokken;
- Het wetsvoorstel waarin de stapsgewijze verhoging naar 67 jaar van de AOW-leeftijd is uitgewerkt wordt naar verwachting in het voorjaar van 2014 bij de Tweede Kamer ingediend;Het kabinet wil ervoor zorgen dat het pensioenstelsel ook in de toekomst bestand is tegen financiële klappen. Hierbij moeten de belangen van zowel jong als oud goed zijn gewaarborgd.
Maatregelen Ministerie van Financiën
- De maximale arbeidskorting wordt verhoogd met € 374 (van € 1.723 euro in 2013 naar € 2.097 in 2014). Tegelijkertijd wordt de arbeidskorting voor inkomens vanaf € 81.000 verlaagd van € 550 naar € 367. Voor inkomens hoger dan 225% van het minimumloon wordt de arbeidskorting verder inkomensafhankelijk afgebouwd;
- De stamrechtvrijstelling voor nieuwe ontslagvergoedingen wordt per 1 januari 2014 afgeschaft. Dit houdt in dat nieuwe ontslagvergoedingen in het jaar dat de belastingplichtige deze ontvangt van de werkgever volledig in de heffing wordt betrokken, tegen het reguliere tarief in de inkomstenbelasting.
- Vanaf 1 januari 2014 wordt het voor bestaande stamrechten mogelijk gemaakt om de volledige aanspraak bij banken, verzekeraars of bij een stamrecht BV in één keer op te nemen. Deze aanspraak wordt in 2014 niet volledig, maar voor slechts 80% betrokken in de inkomstenbelasting;
- De pseudo-eindheffing voor hoog loon (heffing bij de werkgever van 16 % over het loon van een werknemer voor zover dat loon een bedrag van € 150.000 overstijgt, ook wel crisisheffing genoemd) die voor het jaar 2013 is ingevoerd, wordt eenmalig verlengd.
Bronnen: rijksoverheid.nl; ministerie SZW; ministerie Financiën; OpMaat Arbeidsrecht