De ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst

 in Arbeidsrecht

Hoe zit het ook alweer met de geldigheid van de ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst? De Hoge Raad sprak zich hier recentelijk (weer) over uit. De geldigheid van een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst kan volgens de Hoge Raad, vanwege het gesloten stelsel van het ontslagrecht, slechts bij uitzondering worden aanvaard. Van geval tot geval moet worden bezien of de voorwaarde te verenigen is met het wettelijk stelsel. Daarbij komt het onder meer aan op de aard, de inhoud en de context van de voorwaarde. Volgens de Hoge Raad is van belang dat na het intreden van een ontbindende voorwaarde de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden. Bovendien mag de belanghebbende partij het intreden van de voorwaarde niet zelf kunnen bewerkstelligen.

De Hoge Raad diende te oordelen over de volgende ontbindende voorwaarde: “De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege in het geval en op het moment dat de loonkostensubsidie ten behoeve van u eindigt of vermindert door wijziging van een intrekking van de Regeling (…).” De werkgever ontving een loonkostensubsidie voor het scheppen van een arbeidsplaats en het op die plaats in dienst nemen van een langdurig werkloze.  De Hoge Raad achtte deze voorwaarde – in tegenstelling tot het Hof ’s-Gravenhage – verenigbaar met het wettelijk stelsel van het ontslagrecht. “De door werkneemster vervulde arbeidsplaats is immers uitsluitend geschapen en in stand gehouden in het kader van (de voortzetting van) de ID-regeling en de in verband daarmee van overheidswege verleende subsidie. Het betreft geen reguliere arbeidsplaats. Indien een werkgever, daartoe in staat gesteld door de subsidie, meewerkt aan een regeling als deze, is het met het wettelijk stelsel van het ontslagrecht verenigbaar dat hij zich op voorhand ervan verzekert dat de beëindiging van de regeling en van de subsidieverlening voor hem geen nadelige gevolgen heeft. Het is dan immers op voorhand al redelijk dat in de verhouding tot de betrokken werknemer die omstandigheid niet voor rekening van de werkgever komt”. Deze uitspraak zou hoogstwaarschijnlijk anders zijn uitgevallen indien de arbeidsovereenkomst niet inhoudsloos zou zijn geworden, bijvoorbeeld doordat de arbeidsplaats inmiddels een reguliere functie binnen de organisatie is geworden.

Naarmate de werkgever meer invloed kan uitoefenen op het intreden van de voorwaarde, zal een beroep op de voorwaarde minder snel slagen. De volgende ontbindende voorwaarden werden niet gehonoreerd. De voorwaarde waarbij de arbeidsovereenkomst eindigt indien de werkgever geen tewerkstellingsvergunning en/of verblijfsvergunning verkrijgt, wordt tot op heden niet aanvaard. Zo oordeelde kantonrechter Amsterdam dat het al dan niet verkrijgen van een tewerkstellingsvergunning voor rekening van de werkgever dient te komen, omdat de werkgever zelf de vergunning dient aan te vragen en daarbij aannemelijk dient te maken dat aan de daaraan te stellen voorwaarden wordt voldaan. De werkgever had in deze kwestie invloed op 3 van de 4 voorwaarden. De voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst eindigt bij het niet verkrijgen van een (positieve) integriteitsverklaring van de voormalige werkgever, zoals voorgeschreven in de pre-employment screening uit de Integriteitscode van de Nederlandse Vereniging van Banken werd eveneens onaanvaardbaar geacht nu de beëindiging afhankelijk werd gesteld van een derde, te weten de voormalige werkgever, die moest oordelen over de integriteit van de ex-werknemer. Daarbij werd door het Hof ‘s-Gravenhage van belang geacht dat het begrip integriteit voor meerdere uitleg vatbaar is en dat nog wel inhoud kon worden gegeven aan de arbeidsovereenkomst. Ook de ontbindende voorwaarde dat het niet realiseren van een target zal leiden tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van rechtswege, is rechtens niet toelaatbaar. De invloed van de werkgever op het intreden van deze voorwaarde is evident.

Kortom, als werkgever dient u terughoudendheid te betrachten bij het opnemen van een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst. Deze zal namelijk niet snel door een rechter worden gehonoreerd. Het intreden van de voorwaarde mag hoe dan ook niet afhankelijk zijn gesteld van uw handelen en de arbeidsovereenkomst dient daadwerkelijk inhoudsloos te worden na het intreden van de voorwaarde. Van grote werkgevers wordt verwacht dat een arbeidsovereenkomst minder snel inhoudsloos wordt, omdat de werknemer eerder andere werkzaamheden binnen de organisatie zou kunnen verrichten.

Recente berichten
  • 4 april 2023

    INPLP Activity Report 2022

    Bob Cordemeyer
    Hereunder you can read the Activity Report 2022 from our network INPLP (International Network of Privacy Law Professionals) of which our firm is a founding member since 2015.
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Risicomanagement: voorkom uitval door burn-out

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    Werkend Nederland heeft steeds meer te kampen met burn-out klachten. Dit kan leiden tot (langdurig) ziekteverzuim. Een hoofdpijndossier en kostenpost voor de werkgever. En daarnaast een peperdure levensles voor de werknemer. Uitval door burn-out klachten voorkomen is dan ook beter dan genezen. Maar hoe?
    Lees verder
  • 21 november 2022

    Disfunctioneren: doorgeschoten empowermentbeleid

    Marion Hagenaars
    Mirjam Scheper
    De voorwaarden voor ontslag bij disfunctioneren zijn in de wet duidelijk omschreven. Deze voorwaarden gelden ook als een werkgever een beleid voert dat niet gericht is op dossieropbouw met waarschuwingen en berispingen, maar op aanmoediging.
    Lees verder

Plaats een reactie

Top