De wet Huis voor klokkenluiders en de verplichte meldprocedure
Op 1 maart 2016 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Huis voor klokkenluiders aangenomen. Naar verwachting zal de Wet op 1 juli 2016 in werking treden. Werkgevers met 50 of meer werknemers zijn verplicht een meldprocedure vast te stellen. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht over de vaststelling, wijziging en intrekking van deze procedure.
Het doel van de Wet
Het doel van de Wet is tweeledig. Het verbeteren van de mogelijkheden tot het melden van een vermoeden van een misstand met een maatschappelijk belang door werknemers en het beter beschermen van de melder tegen benadeling.
Het vermoeden van een misstand
Van een “vermoeden van een misstand” is sprake voor zover het vermoeden is gebaseerd op redelijke gronden en het maatschappelijk belang in het geding is. De redelijke gronden moeten voortvloeien uit de kennis die de werknemer bij zijn eigen werkgever heeft opgedaan of bij zijn werkzaamheden bij een andere onderneming. Het maatschappelijk belang is in het geding bij de schending van een wettelijk voorschrift, een gevaar voor de volksgezondheid, een gevaar voor de veiligheid van personen, een gevaar voor de aantasting van het milieu, een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten.
De procedure
Uitgangspunt is dat het vermoeden van een misstand door de werknemer eerst intern wordt gemeld. De werknemer kan zijn vermoeden melden bij zijn leidinggevende, een vertrouwenspersoon of een andere in een interne klachtenregeling aangewezen persoon. Wanneer de melding niet binnen een redelijke termijn leidt tot aanpak van de misstand, kan de werknemer het vermoeden melden bij het Huis voor klokkenluiders (de Nationale ombudsman). De werknemer kan zijn vermoeden rechtstreeks bij het Huis voor klokkenluiders melden indien van hem in redelijkheid niet gevraagd kan worden dat hij het vermoeden intern meldt.
De werknemer kan het Huis voor klokkenluiders verzoeken een onderzoek in te stellen naar het vermoeden van een missstand voor zover het maatschappelijk belang ernstig in het geding is en indien er sprake is van een vermoeden dat staat ter beoordeling van het Huis voor klokkenluiders. Daarbij kan de werknemer tevens verzoeken om een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de werkgever zich jegens de werknemer heeft gedragen naar aanleiding van de melding. Het Huis voor klokkenluiders zal gevolg geven aan het verzoek tenzij er bijvoorbeeld al sprake is van een strafrechtelijke procedure of het maatschappelijk belang bij een onderzoek dan wel de ernst van de misstand onvoldoende is.
De werkgever is in beginsel verplicht om informatie te verschaffen. Het Huis voor klokkenluiders streeft ernaar om het volledige onderzoek binnen anderhalf jaar af te ronden en kan aan de werkgever aanbevelingen doen. Een oordeel of aanbeveling van het Huis voor klokkenluiders zegt echter niets over eventuele aansprakelijkheid of het bestaan van een strafbaar feit.
De ondernemingsraad
Werkgevers met 50 of meer werknemers zijn verplicht om een interne meldregeling in te voeren. Op de site Adviespunt voor klokkenluiders staat een modelregeling met toelichting. De vaststelling, wijziging en intrekking van deze regeling is instemmingsplichtig.
Conclusie
Gelet op de vermoedelijke datum van inwerkingtreding van de wet – 1 juli 2016 – en het instemmingsrecht van de ondernemingsraad is het verstandig om met de vaststelling van de regeling op korte termijn aan te vangen. Melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens in verband met het verwerken van persoonsgegevens dient te worden overwogen.