Einde vergoeding advocaatkosten door werkgever?
Veruit de meeste arbeidsovereenkomsten eindigen op basis van wederzijds goedvinden. Vaak spreken partijen af dat de advocaatkosten (gedeeltelijk) door de werkgever worden betaald. Het Hof van Discipline haalt nu echter een streep door deze bestendige praktijk.
Bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst op basis van wederzijds goedvinden worden de afspraken tussen partijen vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Vaak wordt tussen partijen afgesproken dat (een deel van) de advocaatkosten door de werkgever worden betaald. Partijen mogen dit ook met elkaar overeenkomen. Door een uitspraak van het Hof van Discipline, de hoogste tuchtrechter binnen de advocatuur, blijkt nu echter dat de manier waarop vrij standaard aan deze afspraak uitvoering wordt gegeven niet door de beugel kan. Wat is het probleem?
De afspraak die vrij standaard wordt gemaakt, is dat de advocaatkosten worden voldaan door de declaratie op naam van de werkgever te stellen. De werknemersadvocaat stuurt de declaratie vaak rechtstreeks naar de werkgever. Hierdoor wordt gefingeerd dat de werknemersadvocaat een opdracht tot het verlenen van diensten van de werkgever heeft gekregen. En dit is (meestal) niet het geval. Door op deze manier uitvoering te geven aan de afspraak tussen partijen, wordt de werkgever vervolgens in de gelegenheid gesteld om bijvoorbeeld btw te verrekenen.
Het Hof van Discipline heeft nu overwogen dat aan de gefingeerde rechtsrelatie tussen de werkgever en de werknemersadvocaat op deze manier externe gevolgen worden verbonden, zoals de verrekening van btw, die daaraan niet verbonden behoren te worden.
De Raad van Toezicht heeft inmiddels een bief gestuurd naar de Orde van Advocaten Noord-Holland. Gewezen is op het belang van deze uitspraak. Mocht in de toekomst blijken dat advocaten afspraken maken in strijd met de uitspraak van het Hof van Discipline, dan zal tuchtrechtelijk worden ingegrepen.
Conclusie
Door de Vereniging Arbeidsrecht Advocaten Nederland (VAAN) wordt thans overleg gevoerd over de vraag of de uitspraak van het Hof van Discipline fiscaal juist is. Vooralsnog zullen advocaten echter niet meer de afspraak maken dat de advocaatkosten door de werkgever worden vergoed waarbij de declaratie op naam van de werkgever wordt gesteld. Om de advocaatkosten toch door de werkgever te laten vergoeden, zullen dus andere afspraken moeten worden gemaakt. Deze zullen naar verwachting voor de werkgever duurder uitpakken of voor de werknemer minder gunstig zijn. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan een verhoging van de bruto beëindigingsvergoeding.