Harmonisatie van toeslagen is niet altijd instemmingsplichtig
Na een fusie van verschillende stadsdelen, is de gemeente Amsterdam overgegaan tot harmonisatie van een beloningssysteem.
In dit kader is het Werkboek Methode Rangordenen Inconvenienten (“MRI”) vastgesteld. De MRI geeft, kort gezegd, de werknemer recht op een toeslag indien aan de functie verbonden werkzaamheden onder bezwarende omstandigheden moeten worden verricht. Sinds de invoering van het Werkboek MRI ontvangen sommige werknemers een (substantieel) lagere MRI-toelage. De centrale ondernemingsraad (“de COR”) van de gemeente stelde zich op het standpunt dat het besluit ten onrechte niet conform artikel 27 WOR aan hem ter instemming is voorgelegd. De COR heeft de kantonrechter daarom verzocht te bepalen dat de vaststelling van het Werkboek MRI nietig is en er geen uitvoering aan mag worden gegeven. De gemeente stelde zich vervolgens op het standpunt dat de COR geen instemmingsrecht heeft, omdat er geen sprake is van een wijziging van het bestaande MRI-systeem. De bestaande MRI-systematiek zou enkel opnieuw zijn toegepast naar aanleiding van de fusie van de stadsdelen. Het Werkboek MRI zou uitsluitend procedures beschrijven en niets veranderen aan de MRI-regels zelf, aldus de gemeente. Van nadere regels zou geen sprake zijn en evenmin van een andere feitelijke toepassing van de systematiek dan vóór de fusie werd gehanteerd.
Beide partijen hebben erkend dat de MRI een belonings- of functiewaarderingssysteem is in de zin van artikel 27 WOR. Een (C)OR heeft een instemmingsrecht indien er sprake is van de vaststelling, wijziging of intrekking van een dergelijk systeem. De kantonrechter diende te onderzoeken of hiervan sprake was. Hij overwoog dat harmonisatie van een regeling niet per se een wijziging van een regeling inhoudt, enkel en alleen omdat hierdoor de hoogte van een toelage wijzigt. De kantonrechter volgde de gemeente in haar relaas en oordeelde dat de veranderingen waren gelegen in de functie en de (individuele) uitoefening daarvan op grond van gemaakte afspraken. De veranderingen hadden geen betrekking op de wijze van waardering. Het hield derhalve geen wijziging van de MRI-regeling in, zodat de COR in het ongelijk werd gesteld.
Deze uitspraak leert ons dat het behoorlijk nauw komt bij de vraag of er sprake is van een instemmingsplichtige wijziging van een regeling of niet. Harmonisatie van arbeidvoorwaarden kan in sommige gevallen wel leiden tot een instemmingsplichtig besluit. Namelijk wanneer bijvoorbeeld de wijziging ziet op de waardering van functies of wanneer een bonusregeling wordt afgeschaft of aangepast. Het is daarom raadzaam steeds weer (tijdig) het instemmingsrecht van de OR te onderzoeken.