Onrechtmatig handelen door berichtgeving op website
De voorzieningenrechter te Amsterdam heeft op 15 januari 2009 geoordeeld dat een advocatenkantoor onrechtmatig heeft gehandeld jegens Partrust door het plaatsen van berichten op haar website waarvan de juistheid niet vaststaat en onnodig grievend zijn.
Uitgangspunt is volgens de voorzieningenrechter dat toewijzing van de vorderingen van Partrust een beperking zou inhouden van het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde grondrecht van op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de goede naam en de rechten van anderen, in dit geval Partrust (artikel 10 lid 2 EVRM). Van een beperking die bij wet is voorzien, is sprake wanneer de uitlatingen van onrechtmatig zijn in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op de vraag of hiervan sprake is, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen.
Het belang van het advocaten kantoor is volgens de voorzieningenrechter dat zij via hun website (of door het geven van interviews) reclame voor zichzelf mogen maken en cliënten mogen werven. Zij beschikken daarbij over een grote mate van vrijheid om (potentiële) cliënten te waarschuwen voor eventuele misstanden of wanpraktijken bij derden. Het staat hen echter niet vrij om cliënten te werven over de rug van een (toekomstige) wederpartij, in dit geval Partrust. Op de website van een advocatenkantoor mogen dan ook geen onjuiste of onnodig grievende uitlatingen worden gedaan, waardoor de belangen van die wederpartij onnodig of onevenredig worden geschaad. Van een advocaat die uitlatingen doet op zijn website over een wederpartij mag, gezien de status van zijn beroep in de samenleving, meer zorgvuldigheid worden verwacht dan van de gemiddelde websitehouder. Bij uitstek dient een advocaat de belangen van zijn cliënten te verdedigen in debat met de wederpartij en met toepassing van hoor en wederhoor.
Het belang van Partrust is volgens de voorzieningenrechter erin gelegen dat zij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan negatieve publiciteit waardoor haar goede naam wordt aangetast. Met name voor een bedrijf als Partrust, dat handelt in beleggingen, is van groot belang dat het vertrouwen van cliënten niet onnodig wordt geschaad. Met de huidige “kredietcrisis” kan de gemiddelde belegger gemakkelijk angst worden aangejaagd. Om deze reden moet zorgvuldig met negatieve uitlatingen over een beleggingsmaatschappij worden omgegaan, om “self-fulfilling prophecy” te voorkomen.
Of het belang van Partrust of het belang van gedaagden – welke belangen in beginsel gelijkwaardig zijn – de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft geoordeeld dat het advocatenkantoor op haar website een aantal uitlatingen heeft gedaan over Partrust waarvan de juistheid niet vaststaat en die onnodig grievend zijn. Het advocatenkantoor heeft hierdoor onrechtmatig gehandeld jegens Partrust. De voorzieningenrechter heeft het advocatenkantoor veroordeeld tot betaling van € 25.000,- als voorschot op de schadevergoeding. Verder is het advocatenkantoor ertoe veroordeeld het vonnis van de voorzieningenrechter op haar website te publiceren.