Opvolgende oproep kan leiden tot dubbele uitbetaling uren
Oproepkrachten die meerdere keren per dag worden ingezet door hun werkgever moeten daarvoor op grond van de wet steeds minstens drie uur worden uitbetaald. Ook wanneer dat betekent dat sommige uren vanwege overlapping dubbel moeten worden uitbetaald, aldus de Hoge Raad in zijn arrest van 3 mei jl.
Op grond van de wet geldt dat werknemers, meer specifiek oproepkrachten, die minder dan vijftien uur per week werken, recht hebben op minimaal drie uur loonbetaling per oproep. Een IT-specialist die wordt opgeroepen voor onderhoudswerkzaamheden dient dus drie uur betaald te krijgen, ook al duurt zijn werk slechts een halfuur. Als hij dezelfde dag nog een keer wordt opgeroepen, dient hij weer drie uur te worden betaald. Tot afgelopen vrijdag was het onduidelijk hoeveel uur er moest worden uitbetaald in geval de opvolgende oproepen elkaar met minder dan drie uur opvolgden. Er zou daarmee immers overlap ontstaan van de uit te betalen uren. De wet regelt hier niets over. Eerdere rechters oordeelden dat er geen sprake kon zijn van dubbele betaling van dezelfde uren en meenden dat werknemers maar één keer recht hadden op drie uur uitbetaling en dat werkgevers niet dubbel hoefden te betalen. De Hoge Raad oordeelt nu anders en neemt daarbij de strekking van het wetsartikel in ogenschouw, de bescherming van flexwerkers.
De Hoge Raad diende te oordelen over de betaling van een taxichauffeur die per dag meermalen kon worden opgeroepen. De Hoge Raad heeft daarbij, aldus de advocaat van de taxichauffeur in het Financieele Dagblad van vandaag, bepaald dat een tweede oproep alleen tot een eerste oproep mag worden gerekend wanneer de tijd ertussen korter is dan een in de onderneming gebruikelijke pauze. Als dat niet zo is, gaat het om een tweede oproep en moet de werkgever dus wederom drie uur uitbetalen. De taxichauffeur heeft in haar verweer een willekeurige werkdag geschetst waarop zij ruim twaalf uur ter beschikking van de centrale had gestaan. In die twaalf uur was zij zes keer opgeroepen en werkte zij in totaal zevenenhalf uur. Omdat de oproepen vaak kort na elkaar waren, kreeg zij van de centrale twaalf uur uitbetaald. Het arrest leidt ertoe dat zij bij die zes oproepen steeds drie uur, dus achttien uur in totaal, betaald had moeten krijgen.
De uitspraak is in lijn met één van de uitgangspunten van het sociaal akkoord, het beter beschermen van flexwerkers. Met deze uitspraak in het achterhoofd is het voor werkgevers die veel met oproepkrachten werken aan te raden zorgvuldiger in te roosteren om dure overlappende uren te voorkomen.