Rekenmodel schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag.
De Kring van Kantonrechters werkt aan een rekenmodel voor de hoogte van toe te kennen schadevergoedingen bij kennelijk onredelijk ontslagprocedures.
Op dit moment kent het ontslagrecht twee routes: de route via de kantonrechter (ontbinding) en de route via het UWV WERKbedrijf (opzegging). De kantonrechter kan aan de werknemer een vergoeding toekennen. Het UWV WERKbedrijf kan dit niet. Wil de werknemer van wie de arbeidsovereenkomst is opgezegd alsnog een vergoeding krijgen dan dient hij hier afzonderlijk over te procederen: een kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Bij een ontbindingsprocedure kan een vergoeding naar billijkheid worden toegekend. Bij een kennelijk onredelijk ontslagprocedure gaat het om een schadevergoeding. Nog los van het feit dat een kennelijk onredelijk ontslagprocedure lang duurt, kostbaar is en de uitkomst ongewis is, komt de toegekende vergoeding vaak een stuk lager uit dan de billijkheidsvergoeding die de kantonrechter kan toekennen. Dit betekent dat bij een identieke ontslagzaak de werknemer een stuk slechter uit kan zijn wanneer de werkgever kiest voor een procedure bij het UWV WERKbedrijf. Één van de redenen waarom het ontslagrecht op dit moment ter discussie staat.
De Kring van Kantonrechters lijkt nu in ieder geval duidelijkheid te willen gaan geven over de verwachte uitkomst van een kennelijk onredelijk ontslagprocedure aan de hand van een rekenmodel. Dit rekenmodel zou onder andere rekening moeten houden met de arbeidsmarktpositie van de werknemer waarbij leeftijd, opleidingsniveau en door de werkgever gedane investeringen in bij- en omscholing om de werknemer flexibel te houden een rol spelen.
Een denkmodel voor discussiedoeleinden binnen de Kring van Kantonrechters wordt in november dit jaar verwacht. Wordt dus vervolgd.