Werk en verlof: een overzicht van de mogelijkheden
Uit een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is gebleken dat werknemers weinig gebruik maken van zorgverlof en ouderschapsverlof, dit zou komen door het ″zuigende karakter″ van het werk.
Uit een recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is gebleken dat werknemers weinig gebruik maken van zorgverlof en ouderschapsverlof, dit zou komen door het ″zuigende karakter″ van het werk.
In de Wet arbeid en zorg zijn calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, kortdurend zorgverlof, langdurend zorgverlof en ouderschapsverlof geregeld. Deze regelingen komen werknemers tegemoet die een betaalde baan combineren met zorgtaken en gelden voor een korte tijdsduur. Hieronder volgt een kort overzicht van rechten van werknemers op grond van de verschillende regelingen.
Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof
Krachtens deze regeling heeft een werknemer recht op verlof met behoud van loon voor een korte tijd ingeval van zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals onder meer de bevalling van een partner, overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste of tweede graad, een plotseling ziek kind of het treffen van voorzieningen bij een kapotte waterleiding.
Kortdurend zorgverlof
Een werknemer heeft per jaar recht kortdurend zorgverlof gedurende maximaal twee keer de overeengekomen arbeidsduur per week, voor de noodzakelijke verzorging van een thuiswonend ziek kind, een zieke partner of ouder. Gedurende deze periode heeft een werknemer recht op minimaal 70% van zijn loon, of als het loon het maximum dagloon overschrijdt 70% van het maximum dagloon, maar ten minste het voor werknemer geldende minimumloon. Indien een werkgever aannemelijk kan maken dat sprake is van een zwaarwegend dienst- of bedrijfsbelang, kan een werkgever een verzoek tot verlof weigeren.
Langdurend zorgverlof
Een werknemer heeft gedurende maximaal zes keer de overeengekomen arbeidsduur per week recht op onbetaald verlof zonder behoud van loon voor de verzorging van een kind, partner of ouder met een levensbedreigende ziekte. Indien een werkgever aannemelijk kan maken dat sprake is van een zwaarwegend dienst- of bedrijfsbelang, kan een werkgever een verzoek tot verlof weigeren.
Ouderschapsverlof
Een werknemer heeft recht op ouderschapsverlof gedurende maximaal
26 keer de arbeidsduur per week. Dit recht bestaat voor zowel de vader als de moeder afzonderlijk en per kind tot de leeftijd van 8 jaar. Het recht op zit verlof ontstaat als het dienstverband ten minste één jaar heeft geduurd. Het verlof kan gespreid of aaneengesloten opgenomen worden, ineens of in maximaal zes aaneengesloten tijdsblokken.
In arbeidsvoorwaarden en CAO’s kan (gedeeltelijke) betaling worden geregeld.