Wetenschappers tegen ontslagplannen
In het Lenteakkoord staan plannen geformuleerd om het ontslagrecht met ingang van 2014 in vergaande mate te wijzigen. De preventieve toetsing wordt afgeschaft, de WW-lasten worden gedeeltelijk afgewenteld op werkgevers en de ontslagvergoeding wordt beperkt. Wetenschappers hebben in een open brief van 11 juni 2012 aan de Tweede Kamer kritiek geuit tegen deze plannen.
De kritiek is stevig en komt uit een belangrijke hoek; zestien hoogleraren en wetenschappers verbonden aan de rechtenfaculteiten van vijf universiteiten. De plannen in het Lenteakkoord zouden zijn gebaseerd op onjuiste veronderstellingen en zullen een negatieve uitwerking hebben op de Nederlandse economie, de machtsverhouding binnen bedrijven en de tweedeling op de Nederlandse arbeidsmarkt.
De kritiekpunten op een rij:
- de Nederlandse arbeidsmarkt is (al) zeer flexibel en het ontslagrecht is niet star. Er zijn ruime mogelijkheden om contracten voor bepaalde tijd te sluiten en uitzendkrachten in te schakelen. Bovendien kunnen ook arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd vaak gewoon worden beëindigd;
- een soepeler ontslagrecht leidt niet tot meer werkgelegenheid, zo blijkt uit de statistieken;
- een soepeler ontslagrecht versterkt niet het competitief vermogen van onze economie. Uit onderzoek blijkt dat een soepeler ontslagrecht ten koste gaat van de arbeidsproductiviteit en de innovatie kracht van bedrijven;
- werkloosheid is een beperkt beïnvloedbaar risico en bovendien niet particulier verzekerbaar. Het afwentelen van een deel van de WW zal bedrijven over de rand van de financiële afgrond duwen. Het zogenaamde “laatste zetje”;
- de kloof tussen “insiders” en “outsiders” wordt niet kleiner. Er is geen reden om aan te nemen dat “outsiders” “insiders” worden (het zal nog steeds voordeliger zijn om contracten voor bepaalde tijd te sluiten en uitzendkrachten in te lenen om bijvoorbeeld het risico van loondoorbetaling tijdens ziekte te omzeilen). Als gevolg van een soepeler ontslagrecht zullen “insiders” echter wel sneller “outsiders” worden;
- de beperking van de ontslagvergoeding zal met name gelden voor werknemers in het lagere segment. Werknemers in het hogere segment zullen immers individuele, afwijkende afspraken maken met hun werkgever;
- de rechtspositie van de werknemer zal ernstig worden verslechterd. Het initiatief om het ontslag te laten toetsen ligt bij de werknemer. De drempel om dit te doen zal hoog zijn: de procedure duurt lang, de uitkomst is onzeker en de kosten zijn hoog. De bestaanszekerheid van werknemers staat op het spel;
- de nadelen van een repressief stelsel gelden ook voor werkgevers; langdurige onzekerheid en hoge kosten;
- machtsverhoudingen zullen veranderen. De kritische werknemer verdwijnt. De wetenschappers doen ook enkele aanbevelingen. Er moet een alternatief komen voor de procedure bij het UWV WERKbedrijf. De wetenschappers denken aan paritair samengestelde ontslagcommissies op ondernemingsniveau. Verder moet de ontbindingsvergoeding worden afgestemd op de schade die door de werknemer wordt geleden.
Kortom
De kritiek van de wetenschappers is stevig en komt reëel en goed onderbouwd over. Het is niet goed denkbaar dat minster Henk Kamp deze kritiek eenvoudig naast zich neer legt. Het is nu wachten op de minister, het wetsvoorstel en de verkiezingen.